Plannen en organiseren
Les 1
Voorleesverhaal: Het verhaal van Lisa
"Het is zondagavond en Lisa zit lekker op de bank. Ze kijkt naar haar favoriete serie en heeft het gevoel dat ze alles onder controle heeft. Ze weet dat ze deze week drie toetsen heeft en ook nog een werkstuk moet inleveren, maar dat is pas later. ‘Morgen begin ik wel,’ denkt ze.
Maandagochtend gaat de wekker. Lisa is een beetje moe, dus ze drukt op de snoozeknop. ‘Ik heb vandaag maar één les, dat werkstuk kan nog wel even wachten.’ Maar op school komt ze erachter dat ze niet één, maar twee toetsen deze week heeft – en die zijn allebei moeilijk. ‘O ja, de toets van biologie!’ Ze voelt een kleine paniek opkomen, maar besluit om vanmiddag even te leren.
Dinsdagmiddag gaat ze eindelijk aan de slag. Maar als ze haar agenda erbij pakt, ziet ze iets wat ze helemaal vergeten was: die derde toets. En... o nee, het werkstuk moet ook deze week af! Nu raakt Lisa echt in paniek. Hoe moet ze dit allemaal nog op tijd afkrijgen? Ze probeert een planning te maken, maar het voelt alsof er te weinig uren in de dag zitten.
Woensdagavond is Lisa uitgeput. Ze heeft de toetsen wel gemaakt, maar ze weet dat ze niet zo goed ging. En het werkstuk? Dat moet ze straks nog snel in elkaar zetten, terwijl ze eigenlijk doodmoe is. Lisa denkt bij zichzelf: Had ik dit maar eerder gepland…
Donderdag krijgt Lisa haar cijfers terug. Een onvoldoende voor biologie, net aan een voldoende voor geschiedenis, en haar werkstuk is maar half af. Ze baalt enorm en voelt zich gefrustreerd. ‘Waarom heb ik dit nou zo laten gebeuren?’ vraagt ze zichzelf af."
Na het verhaal kun je de leerlingen vragen:
- Wat vinden jullie dat Lisa beter had kunnen doen?
- Hebben jullie zelf weleens zoiets meegemaakt?
- Wat zouden jullie doen om dit te voorkomen?
Planningsvaardigheden: Hoe sta jij ervoor?
Lees de onderstaande uitspraken en geef aan in hoeverre je het ermee eens bent. Gebruik de volgende schaal:
1 = Helemaal niet mee eens
2 = Niet mee eens
3 = Neutraal
4 = Mee eens
5 = Helemaal mee eens
- Ik weet precies wat ik moet doen voor school.
- Ik vergeet vaak deadlines of opdrachten.
- Ik maak een to-dolijst om mijn taken te organiseren.
- Ik gebruik een agenda of planner om mijn schoolwerk bij te houden.
- Ik voel me vaak gestrest door schoolwerk omdat ik niet weet waar ik moet beginnen.
- Ik werk mijn taken meestal op tijd af.
- Ik stel grote taken uit tot het laatste moment.
- Ik vind het moeilijk om overzicht te houden over mijn schoolwerk.
- Ik weet welke methode van plannen voor mij het beste werkt.
- Als ik mijn planning maak, houd ik rekening met vrije tijd en rustmomenten.
Reflectievragen:
- Welke uitspraken passen goed bij jou?
- Waarin zou je jezelf willen verbeteren?
- Wat is één ding dat je de komende week wil proberen om beter te plannen?
Deze vragenlijst helpt leerlingen om inzicht te krijgen in hun huidige situatie en dient als opstapje om concrete verbeterpunten te vinden.
3 basis planningsmethodes:
- Een to-dolijst maken.
- Een weekplanner invullen.
- Een digitale app gebruiken.
Laat leerlingen kiezen welke methode ze willen testen en alvast een planning maken voor de komende week.
Lesn 2
Bespreek de ervaringen van de afgelopen week:
- Wat werkte goed?
- Wat vond je lastig?
Deel dit met elkaar en bedenk daarbij of manieren van klasgenoten ook voor jou zouden kunnen werken. Wat kun je leren van wie?
Er is geen "juiste" manier van plannen, maar het is belangrijk om een methode te vinden die past bij je persoonlijkheid.
Deze les extra aandacht voor:
Het opdelen van grote taken in kleine stappen.
Het plannen van buffertijd voor onverwachte zaken.
Laat leerlingen opnieuw een planning maken waarbij zij gaan experimenteren met de tips die ze hebben gehoord.
Wat is buffertijd?
Buffertijd is extra tijd die je in je planning reserveert voor onverwachte zaken of om taken af te maken die langer duren dan gepland. Het is als een veiligheidsnet voor je agenda, zodat je niet in de problemen komt als iets uitloopt.
Waarom is buffertijd belangrijk?
- Flexibiliteit: Het geeft je ruimte om onverwachte zaken op te vangen, zoals een last-minute opdracht of een vraag van een docent.
- Minder stress: Je hoeft niet in paniek te raken als iets meer tijd kost dan verwacht.
- Hogere kwaliteit: Je kunt taken zorgvuldig afronden zonder gehaast te werken.
Hoe plan je buffertijd?
-
Houd rekening met uitloop:
- Plan bij grote taken standaard 20-30% extra tijd in. Bijvoorbeeld: als je denkt dat een opdracht 2 uur duurt, plan dan 2,5 uur.
-
Reserveer vaste buffermomenten:
- Blokkeer dagelijks of wekelijks een specifiek moment als buffertijd. Bijvoorbeeld: “Elke middag tussen 15:00 en 16:00 uur is buffertijd.”
-
Werk met deadlines:
- Stel je eigen deadlines iets eerder dan nodig. Bijvoorbeeld: als een opdracht vrijdag af moet zijn, plan je het afwerken op woensdag. Zo heb je extra tijd voor onverwachte problemen.
-
Wees realistisch:
- Houd rekening met hoe lang je taken écht duren. Overschat je snelheid niet, zodat je geen onrealistische planningen maakt.
Het opdelen van grote taken in kleine stappen: wat betekent dat precies?
Soms kunnen grote taken overweldigend aanvoelen, alsof je een enorme berg moet beklimmen. Het opdelen van zo’n grote taak in kleinere, haalbare stappen maakt het eenvoudiger en overzichtelijker. Je verandert die ‘grote berg’ in een reeks kleine heuveltjes die je één voor één kunt beklimmen.
Waarom is dit handig?
- Het geeft overzicht: Je ziet duidelijk wat er moet gebeuren en kunt makkelijker beginnen.
- Het motiveert: Door kleine stappen af te ronden, krijg je een gevoel van vooruitgang.
- Het voorkomt uitstelgedrag: Een klein begin voelt minder zwaar dan meteen een hele taak aanpakken.
Hoe doe je dit?
- Begin met het grote doel: Wat wil je uiteindelijk bereiken? Bijvoorbeeld: “Een werkstuk inleveren.”
- Breek het doel op in onderdelen: Welke verschillende stappen zijn nodig om dit doel te bereiken? Bijvoorbeeld:
- Kies een onderwerp.
- Verzamel informatie.
- Maak een schema voor je werkstuk.
- Schrijf de inleiding.
- Werk de hoofdstukken uit.
- Controleer en verbeter de tekst.
- Lever het werkstuk in.
- Plan de stappen in: Zet de stappen in een logische volgorde en bepaal wanneer je ze gaat doen.
Les 3
Hieronder vind je een aantal voorbeelden van bekende mensen en hoe zij plannen. Lees de voorbeelden en beantwoordt daarbij de volgende vragen:
- Welke methode(s) vind jij het beste werken?
- Hoe wil je omgaan met onverwachte zaken?
- Hoe wil je jezelf eraan herinneren om je planning te checken?
Tim Ferriss (schrijver en ondernemer)
De auteur van The 4-Hour Workweek gebruikt planningstechnieken zoals het opdelen van grote doelen in kleinere stappen en het minimaliseren van afleidingen. Hij plant zijn belangrijkste taken vroeg op de dag, zodat hij de rest van de dag meer ruimte heeft voor creativiteit en ontspanning.
Simone Biles (Olympisch turnkampioen)
Als een van de meest succesvolle turnsters aller tijden heeft Simone Biles een strikt schema voor trainen, rusten en wedstrijden. Haar planning is zo gedetailleerd dat ze niet alleen haar fysieke trainingen inplant, maar ook tijd voor mentale gezondheid en herstel. Door haar planning kan ze consistent topprestaties leveren en zich aanpassen aan de zware eisen van de sport.
Marie Kondo (organisatiedeskundige en auteur)
Marie Kondo heeft wereldwijd succes geboekt met haar methode voor het organiseren van spullen, bekend als de KonMari-methode. Ze heeft dit bereikt door zorgvuldig haar tijd en taken te plannen, zodat ze haar eigen huis kon opruimen en haar systeem kon verfijnen voordat ze anderen ging helpen. Ze plant ook regelmatig reflectiemomenten in om haar doelen te evalueren.
Elon Musk (CEO van Tesla en SpaceX)
Elon Musk staat bekend om zijn indrukwekkende tijdmanagement. Hij gebruikt een techniek genaamd "time-blocking," waarbij hij zijn dagen in blokken van 5 minuten indeelt. Door zijn tijd zo efficiënt te gebruiken, kan hij zich focussen op meerdere grote projecten tegelijk, zoals het ontwikkelen van elektrische auto's en raketten. Zijn geheim? Hij maakt duidelijke prioriteiten en plant alles tot in detail, waardoor hij controle houdt over zijn drukke schema.